Verhalen van hoop
Vrijheid Dat vieren we op 18 september
Vrijheid – Lirical, R’V’A, VBSNicolas, SlowFlow-MO
Prod. JJ - Met dank aan lirical en benjamin jesse
Op 18 september viert Eindhoven de vrijheid. In de aanloop naar de bevrijding van Eindhoven hebben drie Eindhovense jongeren een bijzondere rap gemaakt op basis van het verhaal van Els Bijvelds (83) die zelf vanaf jonge leeftijd in Jappenkampen heeft gezeten. Onder begeleiding van Eindhovense rapper Liricial en Jongerencentrum Pitstop werd de track ‘Vrijheid’ geproduceerd. Het uitgangspunt? Hoop, doorzettingsvermogen en durven vragen om hulp.
Voor veel jongeren is vrijheid vanzelfsprekend, maar voor veel andere jongeren die bijvoorbeeld gevlucht zijn uit onveilige landen, is dat een verworven goed. Jongerencentrum Pitstop in Eindhoven biedt een plek waar ze zich veilig voelen en aangesproken worden op hun talenten. In dit geval rap.
Vrijheid vieren we niet alleen. We bedanken onze sponsoren voor het mogelijk maken van deze videoclip. Dank aan: WIJEindhoven, Gemeente Eindhoven, Dynamo jeugdwerk, Zandbeek, Woonbedrijf040, Ecproduction85.
Bekijk de videoclip en de daarbij behorende minidocu op YouTube!
"Weinig hoop dat ik terug zou komen naar Pitstop"
Nicolas
Bezoeker, 15 jaar
Nicolas is niet alleen een van onze vaste bezoekers, hij groeide uit tot (maatschappelijk) stagiair en nu werkt hij zelfs mee als vrijwilliger! In deze coronatijd hebben we hem thuis bezocht met een corona survivalpakketje met de boodschap #JEBENTNIETINJEEENDJE! Ook gingen we op gepaste afstand (zoals je ziet) in gesprek met Nicolas over zijn tijd bij Pitstop.
“Ik zat op basisschool ‘De Korenaar’ toen ik hoorde van een coole plek waar je kon gamen en frietjes eten,” vertelt Nicolas, “maar ik mocht nog niet komen, want ik was nog maar 9 jaar oud”. Over zijn allereerste keer in het jongerencentrum vertelt hij met geuren en kleuren: “Het is een herinnering die ik niet snel zal vergeten.”
Nicolas kon het goed vinden met andere tieners en de jongerenwerkers van Pitstop. Wel had hij vaak ruzie met een andere jongen die Pitstop bezocht. De jongerenwerkers moesten vaak tussen beiden komen. Toen zowel Peter als Richelle weggingen, haakten veel jongeren af. Dat is niet gek, uit onderzoek is gebleken dat de relatie met de jongerenwerker vaak dé reden is waarom jongeren een jongerencentrum bezoeken.
Ook Nicolas en zijn vrienden kwamen steeds minder vaak naar Pitstop. De vrijwilligers van Pitstop deden hun uiterste best het ChillCafé zo vaak mogelijk open te houden, zodat de jongeren een plek hadden waar ze terecht konden.
“Ik ontmoette vrijwilliger Gerard in die tijd,” vertelt Nicolas, “we hebben twee uurtjes gepraat en ik vond hem wel aardig. Door hem kwam ik weer vaker naar Pitstop. Toen vrijwilligster Marianne vertelde dat er een nieuwe jongerenwerker zou komen, was ik wel benieuwd! Half januari zat ik zoals wel vaker te niksen aan de bar, toen Matheus mij aansprak. Ik was verlegen en durfde zelf geen mensen aan te spreken. Ik was heel blij dat Matheus mij aansprak, we hadden meteen een klik.”
Al gauw komt Nicolas met een heel concrete hulpvraag. Hij heeft met spoed een stageplaats nodig en vraagt of dat bij Pitstop kan. Dat kan wel, maar dan moet hij van de jongerenwerker eerst een motivatiebrief schrijven. “Dat was nieuw voor mij, ik had nog nooit zo’n brief geschreven. Mijn eerste brief was niet goed, omdat ik er geen leerdoelen in had gezet. Toen ik de brief had aangepast, werd ik aangenomen en mocht ik beginnen met mijn stage bij Pitstop. ”
Nicolas vindt het supergezellig en leert vanuit het perspectief van een jongeren– werker te kijken naar zijn leeftijdsgenoten. Hij wordt ook flink uitgedaagd om te werken aan zijn leerdoelen. Als hij op een dag de DJ van de middag is, laat hij tussendoor zijn eigen muziek horen. Nicolas blijkt hele toffe beats te maken en krijgt complimenten van het team. Daar groeit hij van. “Op een verdrietig moment schreef ik een tekst op een zelfgemaakte beat. Toen ik het aan Matheus liet horen, was hij meteen enthousiast en vroeg hij me of ik als rapper op wilde treden met de BBQ bij Pitstop.”
In zijn stageperiode bij Pitstop oefent Nicolas met het houden van open gesprekken met de andere jongeren. Hierdoor heeft hij geleerd om socialer te zijn. Iedereen ziet dat, ook hijzelf. “ Het heeft me erg geholpen, ook bij het vinden van een bijbaan. Matheus hielp me met mijn sollicitatie en bracht me zelfs naar mijn eerste sollicitatiegesprek.” Het contact leggen met andere jongeren gaat me nu veel makkelijker af en ik leer nu ook nieuwe jongeren kennen met wie het niet zo goed gaat. Zo heb ik jongens gesproken die me vertelden al vier jaar coke te gebruiken, en zij zijn pas 19! Of meiden.. ik ken een meisje dat video’s van zichzelf moet maken en doorsturen naar een cyberstalker, omdat hij haar chanteert en bedreigt….en dat meisje is pas 15! Dat triggerde mij. Ik vraag me dan af hoeveel jongeren er eigenlijk zijn die dit pad kiezen.
Ondertussen is Nicolas gewisseld van studierichting, omdat dat nodig is voor het nieuwe toekomstperspectief dat hij najaagt: Nicolas wil graag jongerenwerk gaan doen later!
"15 jaar later.. Nu zie ik de vrucht in niels zijn leven"
Niels
Oud bezoeker
Het is Mei 2002. Het jongerencentrum Pitstop is uit -wat lijkt- het niets opgekomen in de buurt. Het staat in volle glorie en het trekt de aandacht van de eerste paar jongeren. Een groepje van 30 “mafkeesjes” in de leeftijd 15 t/m 20 helpen mee met de laatste loodjes. Een van die jongens is Niels.
Op dat moment is hij 17, zit zonder motivatie om naar school te gaan, vindt vooral het straatleven aantrekkelijk. In de loyaliteit naar zijn vriendengroep en buurt ontstaat ook rivaliteit tussen andere groepen. Dit alles wordt versterkt door de muziek en subcultuur die op dat moment komt overwaaien uit Amerika: “Alles wat we meemaakten was stoer, maar het ging van kwaad tot erger”.
Al snel komt Niels in aanraking met justitie. Deze houdt de groep nauw in de gaten in verband met overlast en vermoedens van criminele activiteit. Jongerenwerker Gerard Venhuizen kent Niels en zijn vriendengroep. Hij verwelkomt ze altijd in het jongerencentrum en staat in relatie met ze. Hij geeft ze (kleine) verantwoordelijkheden zoals bardienst, DJ van de activiteit of gastheer/beveiliger. Hierdoor groeit het vertrouwen en ook het respect van de jongens voor Pitstop en de medewerkers. Voor Niels en zijn vrienden was Pitstop ‘hun toko’ en daar moesten (vooral andere) jongeren zich ook gedragen. De politie is blij met de activiteiten van het jongerencentrum; “Als jullie open zijn, is het op straat tenminste rustig!”
Na de activiteiten -die soms tot diep in de nacht doorgingen- ontstonden er vaak spontaan gesprekjes met jongeren, ook over het geloof. Daar moest Niels niks van hebben. Zeker niet nadat zijn zusje kanker kreeg. “Mijn ouders waren natuurlijk altijd met mijn zusje bezig, ik was altijd alleen. Ik ging altijd met het gevoel op pad dat ik het kwade moest uitrichten. Ik werd gelukkig als anderen net zoveel pijn hadden als ik.”
Jongerenwerker Gerard, en ook anderen, voelen zich verbonden het lijden van Niels en zijn gezin. Er worden bezoekjes gebracht, met elkaar gesproken en meegeleefd met het hele proces. “Wij hebben natuurlijk ook gebeden voor genezing.. Tevergeefs en dat zijn onbegrijpelijke dingen, nu nog. Maar vanuit die verbondenheid wilden we wel iets doen. Toen Niels zijn zusje uiteindelijk overlees hebben we aangeboden om een koffietafel te doen in Pitstop.”
Later blijkt door de pijnlijke herinnering het jongerencentrum ook een lastige plek te zijn voor Niels. Na die dag is hij dan ook nooit meer in het jongerencentrum geweest.
15 jaar later.
In zijn volwassen leven probeert Niels goede keuzes te maken. Hij bouwt illegale activiteiten af en neemt dan ook afscheid van vrienden die een slechte invloed op hem hadden. “Ik werd eenzaam. Op sommige momenten was de kassière de enige contactmoment wat ik nog had met iemand. Tegen de eenzaamheid en pijn ging ik elke dag uit”.
Ook krijgt hij schuldgevoelens over de verkeerde dingen die hij gedaan heeft. Hij heeft het idee dat zijn zusje vanuit de hemel naar hem kijkt. In deze periode ontwikkelt Niels een aandoening waardoor hij soms wel tot 50 epileptische aanvallen per dag kreeg. Voor hem voelt dit als ‘zijn straf’ en vraagt aan zijn moeder of dat zij wist hoe het werkt als je wil biechten.
Met een ontwikkelend Godsbesef besluit Niels alleen nog maar naar rustige countrymuziek te luisteren. Hier hoort hij veel teksten over God en Jezus. Ook besluit hij op een dag op Netflix een serie over Jezus’ leven te kijken. Uit interesse zoekt hij verder en komt op YouTube preken tegen die vertellen over het leven, en hoe je je eigen leven kon geven aan Jezus. Vanuit achter zijn laptop besluit Niels op zijn knieën God ook een Vader te noemen. Diezelfde nacht verstuurt hij een mail naar een oude bekende, niet wetende of dat die mailbox nog actief was; Gerard@pitstop.nl.
“Ik kreeg een mail om een uur of 3 s ’nachts binnen, toevallig was ik wakker. Het was Niels.. hij had God gevonden en vroeg of ik hem kon dopen! Dit kon niet anders dan dat het Gods werk was. Ik mailde hem meteen terug om een afspraak te maken om hierover door te praten.”
Ze halen veel oude herinneringen op, eten en bidden samen. Gerard nodigt hem uit om mee te doen met de doopdienst in De Bron en Niels gaat naar een Alpha cursus.
(Oud) jongerenwerker Gerard: “Nu zie ik de vrucht in het leven van Niels. Op het moment van zaaien en investeren in jongeren zie je niet altijd direct resultaat, en dat is soms frustrerend, maar God gaat verder, en gelukkig mogen we dat ook aan Hem overlaten”.
"Durven... dat is iets wat ik goed kan."
Yasin
Bezoeker, 15 jaar
Yasin* zit in het 2e jaar van zijn vmbo-opleiding op het Stedelijk College Eindhoven. Hij hoorde via vrienden dat je in jongerencentrum Pitstop kan poolen, tafeltennissen en andere vrienden ontmoeten. Sindsdien is hij een vast gezicht en draagt ook ideeën aan om activiteiten te organiseren voor jongeren.
Dat er een plek is waar Yasin en zijn vrienden kunnen chillen is erg belangrijk voor hem omdat hij al veel onrust heeft gehad in zijn leven.
Op zijn 9e vertrekken hij, zijn tweelingbroer, en nog een jonger broertje van 2 samen met zijn ouders midden in de nacht naar Turkije. Met een voorzichtige stem vertelt Yasin gedetailleerd over die nachten: “Het was erg moeilijk want we werden constant achterna gezeten door de militairen van de president. We mochten geen witte kleding dragen en we moesten constant stil zijn. We moesten vluchten door heuvels en door water.”
In Turkije proberen ze het leven op te pakken, wat helaas niet lukt door alle moeilijkheden die zich voordoen. Een daarvan is de taal. Zijn vader is arts, maar het lukt hem niet om een baan te vinden in Turkije vanwege de taalbarrière.
In November 2015 komen Yasin en zijn familie terecht op een AZC in Nuenen. Na 3 jaar krijgen ze daar een woning. “Ik pikte het leven snel op.. Door mee te doen op de sportclub, een baantje te vinden en zo mijn Nederlands te oefenen, kon ik na 6 maanden al aardig Nederlands spreken en nu zit ik op het VMBO-T 2e leerjaar op het Stedelijk College.” Ook zijn familie doet het aardig goed. De woordenschat van zijn vader zit al bijna op de 20.000 woorden en kan daarmee getoetst worden als C1 door het Nederlandse Taal Bureau. “Hopelijk kan hij hier ook aan de slag als arts om mensen beter te maken”.
Yasin droomt ervan om voetballer te worden. Daar werkt hij ook hard voor. Hij traint twee keer per week bij RKSV Nuenen, en daarnaast voetbalt hij nog eens twee keer in de zaal of buiten met vrienden. Maar als dat niet lukt wil hij de politieacademie doen; “Waarom? Omdat je als politieagent moet durven. Dat is iets wat ik goed kan. En je moet sportief zijn. Het is goed dat politieagenten mensen verdedigen en helpen.”
Hij hoopt dat Pitstop vaker open kan en er veel jongeren blijven komen, máár geeft ze wel een advies mee: “Ik zou ze wel adviseren om niet AL je vrije tijd bij Pitstop door te brengen; je moet ook leren en huiswerk maken, dat is belangrijk”.
* Wegens privacy redenen is de naam Yasin gefingeerd.
Aman krijgt complimenten en daar groeit hij van"
Aman
Bezoeker, 15 jaar
Aman is bijna 15 en zit in het 2e jaar van het EOA – Eerste Opvang Anderstaligen. Voorheen werd dit de ISK (Internationale Schakel Klas) genoemd. Op deze school komen leerlingen die voor het eerst in Nederland zijn en de Nederlandse taal en cultuur nog moeten leren. Via zijn vrienden op school hoorde hij van een plek waar je leuke spellen kan spelen en andere jongeren kan ontmoeten. Sindsdien komt hij elke week naar Jongerencentrum Pitstop.
Aman zingt en danst graag en komt naar Pitstop om iets met zijn talenten te doen. Wanneer hij de kans krijgt, klimt hij op het podium en zingt Eritrese liedjes. Dan krijgt hij complimentjes en daar groeit hij van. Dat is mooi om te zien. Een aantal weken geleden kwam hij naar Pitstop met zijn eigen gebouwde Krak. Dat is een Eritrees instrument dat lijkt op een kruising tussen lier, gitaar en harp.
Aman en zijn familie zijn drie jaar geleden vanuit Eritrea naar Nederland gekomen. Er is in zijn thuisland sprake van een onveilige situatie. Aman vertelt dat 16-jarige jongens worden meegenomen door het leger. Geronseld om te vechten; jonge kinderen zonder training of voorbereiding.
Daarnaast is er ook sprake van armoede en is er veel corruptie. Dit alles heeft ervoor gezorgd dat Aman samen met zijn ouders, 3 zussen en oudere broer zijn vertrokken.
Om het gezin te ondersteunen komt bijna wekelijks een maatschappelijk werker langs van WIJEindhoven. Hij helpt Aman ook met vrijetijdsbesteding en het vinden van een bijbaantje. Deze maatschappelijk werker heeft ook contact met de jongerenwerkers van Pitstop om Aman te helpen met zijn hulpvragen. Zo zijn we samen bezig om voor Aman een plek te regelen waar hij wat met zijn interesses en talenten kan doen.
Later wil Aman graag als beveiliger werken. Of fietsenmaker.. dat weet hij nog niet zo goed. Hij hoopt in ieder geval dat er bij Pitstop ook evenementen komen waar jongeren hun talenten kunnen laten zien en waar ze ook nieuwe dingen kunnen leren.